©
ZWART
Niet altijd was de hemel
blauw en wolkeloos,
waren er vaak grijze
nevelflarden,
als teken van een leven
van strijd,
begeleiders van het
pad die je meer bergopwaarts voerde.
Hopende op afdaling lijkt
de berg zich meer op te richten,
en worden benen moe
van het geven van kracht.
De glooiing neerwaarts
is te kort,
en door de grijze slierten
is het einde niet te zien.
Verblindend wit straalt
in je ogen en doet je wankelen,
vlakke stenen op de
top geven een zitplaats,
en je kijkt naar beneden
en ziet achter je het verleden,
terwijl vogelgezang
je oren vult,
en goudgele velden zich
aan je presenteren.
De rivier meandert door
het landschap,
als een synoniem van
het leven,
dat landschap dat aan
jouw ogen zich ontvouwt,
is waar jij weer zult
lopen,
meedrijvend op het water,
zal het zwart van jouw
lichaam afspoelen.
©
Aad van Mil