©
IK
Eens leek mijn leven
op dat van een plant,
rijk groeiend en bloeiend,
de zon van mijn partner
raakte de bladeren,
opdat ik groeien kon.
De plant kan niet zonder
water, zon en voeding,
en als dat minder wordt,
en uiteindelijk stopt,
dan is het over met
de weelderigheid.
Naakt in het venster,
onbeschermd tegen de
volle zon,
liepen ongedierten op
mijn bladeren,
aten van mijn levenssap,
maakten mij zwak.
Met droge wortelen en
vergeeld blad,
stond ik daar.
Een kapoentje landde
op mijn blad.
en ontdeed mij van de
mee-eters.
Een gieter bracht mij
weer levensvocht,
zodat de wortelen weer
konden zwellen.
Een zachte hand haalde
de dorre bladeren weg.
De zon van hun liefde,
zorgt er voor
dat ik weer groeien kan.
Hun aanwezigheid geeft
mij weer knoppen,
die langzaam ontluiken
en hen mijn kleuren laat zien.
© Aad van Mil